Lotte Thissen

MOVISIES Magazine
Visie

Intersectionaliteit en inclusief beleid

Stop mensen niet in hokjes op basis van één kenmerk

Een intersectionele blik, ook wel kruispuntdenken genoemd, is een voorwaarde om tot passend inclusief beleid te komen. Beleid mag volgens Lotte Thissen van Movisie (foto) niet uitgaan van één onderdeel van iemands identiteit.

Ter voorbereiding op een onderzoek in Roermond naar de rol van taal in het wel of niet erbij horen in alledaagse plekken, las ik een artikel van Julie Sweetland (2002) in het wetenschappelijk tijdschrift Journal of Sociolinguistics over een 27-jarige witte vrouw Delilah. Ze sprak Afro-Amerikaans Engels. Een onverwachte combinatie. Het artikel liet echter zien hoe het opgroeien van de vrouw ervoor had gezorgd dat zij deze variant eigen had gemaakt en dat dit ook werd erkend door mensen van kleur, die normaalgesproken worden geassocieerd met Afro-Amerikaans Engels.

Verwacht het onverwachte en vertrek vanuit het individu om ‘typen’ (of hokjes) kritisch te bevragen

Niet alleen kon ik door het artikel mijn eigen ervaring duiden - mijn Limburgse dialect wordt vaak niet verwacht bij mijn donkere huidskleur, zoals dat ook bij Delilah het geval was. Belangrijker, het artikel onderstreept dat het indelen van anderen in hokjes op basis van huidskleur, achtergrond, gender, enzovoorts, vaak niet strookt met de diverse werkelijkheid vol onverwachte, maar mooie combinaties die moeilijk te vangen zijn in één hokje of doelgroep. Combinaties die uitkomsten zijn van onvoorspelbare levenspaden, ontmoetingen tussen mensen, liefde, conflict, oorlog en verlies. Combinaties, dus, waar hele verhalen in besloten liggen.

Sweetland betoogt dan ook: verwacht het onverwachte en vertrek vanuit het individu om op die manier ‘typen’ (of hokjes) kritisch te bevragen.

Identiteitspolitiek

Om tot sociale rechtvaardigheid te komen voor iedereen, wordt vaak identiteitspolitiek bedreven waarin één doelgroep centraal staat. Het afbakenen van een doelgroep op basis van één identiteit is noodzakelijk om gemarginaliseerde groepen te zien, te horen en hun rechten te agenderen. Denk hierbij aan seksuele oriëntatie (bijvoorbeeld de Pride-maand voor lhbti+ personen), gender (bijvoorbeeld de vrouwenbeweging) en kleur (bijvoorbeeld Black Lives Matters).

Voor specifieke groepen bedoelde subsidies als het Regenboogstedenprogramma en wettelijke kaders zoals het VN-verdrag Handicap zijn dus nodig om de emancipatie van bepaalde groepen in de samenleving te bevorderen.

We zien veel gemeenten worstelen met identiteitspolitieke doelgroepenaanpakken en brede inclusie

Het voorbeeld van Delilah laat echter zien dat er ook oog moet zijn voor de diversiteit en verschillende onderlinge belangen binnen afgebakende doelgroepen. Juist om te zorgen dat het geld voor bepaalde doelgroepen goed gebruikt wordt, moeten we beseffen dat deze groepen niet als homogeen worden voorgesteld, en dat beleid dat ook moet weerspiegelen.

Inclusief beleid zou ervoor moeten zorgen dat iedereen de vrijheid heeft en voelt om het eigen leven in te richten, en volwaardig mee te doen in een samenleving waar iedereen a priori onderdeel van is en mede kan vormgeven. We zien echter dat veel gemeenten worstelen met identiteitspolitieke doelgroepenaanpakken enerzijds en brede inclusie anderzijds waarbij het gaat om inclusie van iedereen. Het besef dat ‘onverwachte’ combinaties vaker regel dan uitzondering zijn, is essentieel voor de ontwikkeling van passend inclusief beleid. Een intersectionele blik kan ons helpen bij de bewustwording daarvan. 

Wat is intersectionaliteit?

DiversiteitIn 1989 introduceerde professor Kimberlé Crenshaw de term intersectionaliteit om bewustzijn te creëren dat combinaties van identiteitsaspecten, iemands positie in de maatschappij, kansengelijkheid de mate van in- en uitsluiting bepalen.[1] Ze maakte duidelijk dat vrouwen van kleur, net als witte vrouwen, kunnen worden uitgesloten om hun vrouw-zijn, maar daarnaast ook om hun huidskleur.

Kortom, de combinatie van verschillende identiteitsaspecten zorgen voor een unieke ervaring en positie van bevoordeling of achterstelling. Het gaat niet om een simpele optelsom van verschillen: de ervaring van een dakloze en een vrouw kun je niet zomaar samenvoegen tot de ervaring van ‘de dakloze vrouw’.

Met een intersectionele benadering wordt men zich bewust van hoe combinaties van verschillen, iemands positie in de maatschappij bepalen vanwege de voorrechten en uitdagingen die deze verschillen met zich meebrengen. De benadering maakt inzichtelijk hoe identiteitsfactoren van mensen per context een andere uitwerking hebben en hoe deze ingezet kunnen worden om veerkracht te mobiliseren.[2] Mensen zijn dus nooit evenveel bevoordeeld of kwetsbaar in alle situaties.

Diversiteitsvlechtwerk

Met de intersectionele benadering in het achterhoofd, ontwikkelde Movisie het diversiteitsvlechtwerk met twaalf diversiteitsfactoren op basis waarvan mensen kunnen verschillen. De combinatie van deze factoren creëert voor elk individu unieke posities met kansen, barrières en ervaringen van in- en uitsluiting.

Daarmee maakt het diversiteitsvlechtwerk duidelijk dat er niet ‘één gemeenschap’ is. En dat er ook binnen gemeenschappen verschillen bestaan bepaald door die verschillende vlechtjes tussen diversiteitsfactoren. Het vlechtwerk kan helpen bij de ontwikkeling van beleid dat streeft naar brede inclusie in plaats van uitsluitend homogeen doelgroepenbeleid.

Diversiteitsvlechtwerk

Inclusief beleid

De intersectionele blik kan bijdragen aan het ontwikkelen van inclusief beleid. Het geeft aan dat er aandacht is voor de verschillende gronden en lagen van identificatie, in- en uitsluiting, bevoordeling en achterstelling.

Blijf je continue afvragen wat of wie er in je blik mist. Vraag je af of het beleid wel voor iedereen werkt?

Het blijft van belang om te beschikken over kennis en sensitiviteit van de combinaties tussen diversiteitsfactoren in iemands leven en hoe deze kunnen fungeren als insluitings- dan wel uitsluitingsgrond. Blijf je continue afvragen wat of wie er in je blik mist. Vraag je af of het beleid wel voor iedereen werkt. Of dat het beleid vooral voor bepaalde mensen werkt. Dit maakt overlap tussen ervaren in- en uitsluiting tussen gedefinieerde doelgroepen mogelijk ook zichtbaar.

Gebruik het vlechtwerk eerst eens als reflectietool voor jezelf: hoe heeft de interactie tussen de diversiteitsfactoren een rol gespeeld bij bepaalde kansen, uitdagingen, barrières en gevoelens van in- en uitsluiting in je eigen leven? Vraag jezelf af hoe nuttig het zou zijn als je zelf tot een doelgroep wordt gereduceerd. Identificeer je je daar altijd mee? Waarschijnlijk is het antwoord dat dit afhankelijk is van de situatie. Dit geldt waarschijnlijk ook voor de mensen voor wie je inclusief beleid ontwikkelt.

Door de kracht en overtuiging van identiteitspolitiek zal volledig loslaten van doelgroepen niet altijd mogelijk of wenselijk zijn, maar dat ontslaat ons er niet van om steeds na te denken over de ervaren diversiteit binnen doelgroepen en onverwachte combinaties te zien, te erkennen en mee te nemen in beleid.

Deel jouw ervaring met het diversiteitsvlechtwerk

IllustratieMovisie is zich bewust van de complexiteit van het intersectioneel denken en het diversiteitsvlechtwerk. Het is van belang dat deze theorie en het instrument beter vertaald en toepasbaar worden gemaakt voor de praktijk. Om dit te verkennen, wil Movisie graag van sociaal professionals en beleidsmedewerkers horen hoe het diversiteitsvlechtwerk gebruikt wordt in het werk. Of heb je bepaalde vragen rondom het diversiteitsvlechtwerk? Laat het ons dan weten! Hier vind je de vragenlijst.

Tekst: Lotte Thissen. Ze werkt als senior onderzoeker en projectleider bij Movisie op het gebied van inclusie en diversiteit. Met dank aan Charlot Pierik, Laura Griffin, Karijn van den Berg en Roos Pijpers van Movisie. Foto: Fred Tigelaar. Illustratie diversiteitsvlechtwerk: Suggestie & Illusie.


Bronnen