‘s Morgens beginnen we de dag met het ochtendgebed in onze huiskapel en we gaan elke avond om half zeven bij de oudere zusters bidden. Bij het middaggebed in de grote kapel is iedereen welkom. Verder eten we tussen de middag samen en doen we spelletjes op zondagavond. Op zaterdag hebben we Indonesische dag, een dag voor onszelf. Vanaf het begin hebben we die ruimte gekregen. Door de kracht die we daarvan krijgen, de aandacht voor onze wortels, kunnen we ook zorg geven aan de zusters.’
Inmiddels is er een kruisbestuiving ontstaan tussen de twee culturen, vertelt zuster Christella. ‘De Indonesische gastvrijheid hebben we behouden, maar op z’n Nederlands georganiseerd, met afspraken in plaats van spontane bezoekjes. In het begin waren sommige zusters bang voor veranderingen, met al die jonge zusters van buiten. Begrijpelijk, er was sinds 1965 geen jonge zuster meer bijgekomen. Maar ik was wel eens geïrriteerd als moeder-overste zei: 'In Nederland doen we dat nu eenmaal zo. Doe dat ook maar.' Als je samen een gemeenschap wil vormen, moet je bewegen, samen beslissingen nemen. Dat heeft tijd gekost.’
Acceptatie
‘Onze oplossing was er niet zoveel woorden aan te besteden, geen eindeloze vergaderingen, maar er gewoon te zijn en te doen. Er waren ook zusters die het niet eens waren met onze aanwezigheid, maar die werden langzaamaan een voor een stil.
Zuster Klarina, die zes jaar geleden naar Denekamp kwam, heeft die tijd niet meegemaakt en alleen maar acceptatie en respect ervaren. ‘We zijn echt een eenheid. De oudere zusters proberen mij als jongste ook te begrijpen en zijn enorm betrokken bij wat we doen. Het komt van twee kanten. Als we ’s middags samen eten, vragen ze soms zoveel dat we nauwelijks tijd hebben om een hap te nemen.’
Tijdgeest
‘De oudere zusters zijn heel blij dat wij leven in de brouwerij brengen, vreugde en blijdschap’, zegt zuster Reinalda over het leeftijdsverschil. ‘Ze zijn ook dankbaar dat het klooster door kan gaan. Zij hebben altijd hard gewerkt buiten het klooster, in de zorg en het onderwijs. Ze hebben scholen en ziekenhuizen opgericht, de zorg voor kinderen en ouderen. Dat kunnen ze niet meer en het is inmiddels allemaal overgenomen door anderen. Wij doen het op een nieuwe manier. Wij halen de maatschappij bij ons naar binnen en willen zo iets voor anderen betekenen.’
‘Daarmee sluiten we aan bij onze stichteres, Moeder Anselma’, zegt zuster Klarina. ‘Zij vond dat de zusters de nood van de tijd aandacht moesten geven. De tijdgeest is nu dat mensen rust zoeken en verbinding. Die ruimte bieden wij, als een soort baarmoeder, een oase.’