Hans Spekman nieuwe voorzitter raad van toezicht Movisie
‘We moeten de mensen die zijn afgehaakt niet opgeven’
Kennis moet bij de oplossing van grote sociale vraagstukken een belangrijke rol spelen en Movisie dus ook. Dat is de stellige overtuiging van Hans Spekman, de nieuwe voorzitter van de raad van toezicht van Movisie. ‘Kennisinstituten mogen wel wat meer bravoure tonen.’
Je bent inmiddels begonnen als voorzitter van de raad van toezicht. Waarom wilde je deze functie graag wilde vervullen?
‘Het allereerste dat me motiveert, is bijdragen aan sociale veranderingen, dat vind ik cruciaal. Daar gaat mijn hart sneller van kloppen. Er liggen zoveel enorm grote opgaven voor mensen in dit land. Neem allereerst het wij-zij probleem. We leven in eigen bubbels die steeds hechter worden. We leven met onze eigen werkelijkheid die zich niet meer verdraagt met een andere. We verdragen elkaar niet meer en we zien elkaar zelfs niet meer, als we niet oppassen.’
‘Kennis en het geloof in kennis staan onder druk. Ik geloof in objectiveerbare kennis’
‘Dat zie je overal, ook in onze eigen werkkring en eigen leefkring. Bijvoorbeeld dat we onze kinderen op de bakfiets naar een school in een andere wijk brengen, omdat dit beter is voor hun toekomst. Dat snap ik allemaal. Maar het gevolg is dat niemand meer die plekken kent waar heel veel kinderen opgroeien in armoede. En dus niet meer begrijpt wat dat betekent voor die kinderen daar. En dat zorgt er vervolgens voor dat de boosheid en de kloof alleen maar groter worden.’
Wie is Hans Spekman?
Hans Spekman is sinds september 2024 voorzitter van de raad van toezicht van Movisie. Hij volgt Jan Hamming, burgemeester van Zaanstad, op. Spekman was onder meer wethouder in Utrecht, Tweede Kamerlid en voorzitter van de PvdA. Sinds 2018 is hij directeur van het in 2015 opgerichte Jeugdeducatiefonds, dat zich inzet voor kinderen met achterstanden.
Spekman noemt nog een tweede belangrijke motief dat hem het de voorzittershamer van de Raad van Toezicht deed overnemen van Jan Hamming (zie kader): de alternatieve feiten die zich steeds nadrukkelijker opdringen in de samenleving. Hij ziet dat als een ander groot gevaar. ‘Kennis en het geloof in kennis staan onder druk. Ik geloof in objectiveerbare kennis.’
Vind je dat Movisie ook een rol heeft te spelen in de algemene herwaardering van kennis in de samenleving?
‘Kennisinstituten in zijn algemeenheid en dus ook Movisie moeten strijden om het belang van kennis voor de betekenis van kennis voor het voetlicht te brengen.
Dat antwoord gaat over het ‘wat’. Heb jij ook een idee ‘hoe’ kennisinstituten dat moeten doen? Of is dat niet aan de voorzitter van de raad van toezicht, die bovendien net is aangetreden om die vraag te beantwoorden?
‘Bij veel kennisinstituten werken wetenschappers die van nature een grote mate van bescheidenheid hebben. Ik vind dat kennisinstituten bij het uitdragen van kennis wel wat meer bravoure mogen tonen. Je hebt als kennisinstituut heel veel te bieden, laat dat vooral zien!’
‘Gemeenten zien dat wat Movisie brengt, leidt tot de gewenste verandering in de gemeente’
En Movisie levert goed werk waar kennis, praktijk en de ervaring van mensen om wie het gaat, bij elkaar komen, stelt Spekman. ‘Gemeenten werken graag samen met Movisie, omdat ze zien dat wat Movisie brengt, leidt tot de gewenste verandering in de gemeente. Bijvoorbeeld bij de aanpak van de overlast door criminele jongeren in de buurt. Of door onderzoek naar moderne woonvormen die eenzaamheid kunnen verminderen.
Ik denk trouwens dat die bescheidenheid meer speelt bij sociale vraagstukken dan bij andere kwesties. Als de overheid zich bij bijvoorbeeld de besluitvorming over een nieuwe brug moet verlaten op het oordeel van ingenieurs, dan staat dat oordeel veel minder ter discussie dan wanneer het gaat over sociale vraagstukken.
‘Je moet, zeker als kennisinstituut, altijd jezelf om de oren willen slaan’
Terugkomend op de polarisatie waar hij het interview mee begon, zegt Spekman het belangrijk te vinden dat we de mensen niet uit het oog verliezen die in de Nederlandse samenleving zijn afgehaakt. ‘Ik wil hen niet opgeven.’ Ook niet de Wilders-stemmers, voegt hij eraan toe, de mensen met opvattingen die haaks kunnen staan op die van veruit de meeste medewerkers van organisaties als die van Movisie.
Volgens Spekman zijn hoogopgeleiden misschien te veel met elkaar bezig, waardoor ze een blinde vlek kunnen hebben voor mensen die dagelijks worstelen met hun bestaan.
‘Het is natuurlijk niet enkel een Nederlands probleem’, vervolgt hij. ‘Dit speelt in alle westerse democratieën. Ik ben erg onder de indruk van het boek van de Indiase filosoof Pankaj Mishra, Tijd van Woede. Hij beschrijft de geschiedenis van woede als politieke drijfveer in verschillende delen van de wereld. En hoe er eigenlijk verrekte weinig mensen mee bezig zijn om de antwoorden hierop te vinden. Ik denk dat Movisie de expertise in huis heeft die helpt om tot een oplossing van dit grote vraagstuk te komen: hoe overbruggen we de kloof in de samenleving?’
Is dat niet erg moeilijk, niet in de laatste plaats omdat iedereen vanuit zijn eigen bubbel opereert?
‘Zeker. En ik denk dat het daarom een voorwaarde is om wat ik noem de spanning met onszelf opzoeken.’
Wat bedoel je daarmee?
‘Kijk, ik ben links, dat zal geen geheim zijn. Maar ik daag mezelf bijvoorbeeld uit door het boek Tirannie der verdienste van Michael Sandell te lezen. Daarin slaat hij links met kritiek om de oren. Dat scherpt mij. Je moet, zeker als kennisinstituut, altijd jezelf om de oren willen slaan. Zoeken naar antwoorden die eigenlijk ongemakkelijk voelen, ook voor mij.’
En wat zou dat ongemak kunnen zijn?
‘Dat misschien wel de hoogopgeleiden - die je intussen van alle komaf en alle kleuren en seksualiteiten hebt – te veel met elkaar bezig zijn. Dat ze daardoor een blinde vlek hebben voor mensen die dagelijks worstelen met hun bestaan. Die bijvoorbeeld zien dat hun kinderen nauwelijks kansen krijgen op de woningmarkt en daardoor langer thuis moeten blijven wonen bij hun ouders. En die van de gemeente te horen krijgen dat er maar één parkeervergunning is op hun woonadres. Terwijl ze door hun banen in de thuiszorg of de bouw van een auto afhankelijk zijn. Die mensen voelen zich dubbel uitgekotst.’
‘Ik geloof nog steeds in de maakbare samenleving’
Is het nog wel mogelijk om optimistisch te zijn, met al deze ingewikkelde sociale vraagstukken waar we voor staan en waar Movisie voor staat?
‘Ik ben altijd optimistisch van aard omdat ik nog steeds geloof in de maakbare samenleving. Ik geloof nog steeds dat we met elkaar deze wereld maken. En dat we dus ook kunnen veranderen waar we niet tevreden mee zijn.’