Hoe om te gaan met desinformatie en complottheorieën?
Movisie heeft verkennend onderzoek gedaan naar desinformatie en complottheorieën over lhbtiqa+ personen. De resultaten worden gebruikt door experts in het sociaal domein.
De afgelopen tijd is er veel aandacht in de media voor de weerstand tegen initiatieven om discriminatie van lhbtiqa+ personen aan te pakken. Deze weerstand wordt mede veroorzaakt door complottheorieën en desinformatie over lhbtiqa+ personen, vaak verspreid door internationale ultraconservatieve antigenderbewegingen. Deze bewegingen zetten zich af tegen de zogenaamde ‘genderideologie’, die zij als bedreigend afschilderen voor traditionele waarden
De retoriek dient om conservatieve opvattingen te promoten en lhbtiqa+ rechten te verminderen
Voor het onderzoek naar de problematiek van desinformatie en complottheorieën over lhbtiqa+ personen en hoe men daar het beste mee kan omgaan, heeft Movisie met name wetenschappelijke literatuur onder de loep genomen, in totaal zo’n 45 bronnen. Deze verkenning geeft een eerste indruk van wat er bekend is over dit thema. Uitgebreider onderzoek is nodig om meer inzicht te krijgen.
Machtige elite
Sociale wetenschappers beschouwen het idee van het bestaan van een ‘genderideologie’-beweging doorgaans als een complottheorie, omdat er beweerd wordt dat er een machtige elite zou zijn die in het geheim werkt om de samenleving in gevaar te brengen. Deze zogenaamde beweging zou met name kinderen en vrouwen in gevaar brengen, en traditionele gezinswaarden onder druk zetten.
In werkelijkheid is er geen bewijs dat deze beweging bestaat. De retoriek dient om conservatieve opvattingen te promoten en lhbtiqa+ rechten te verminderen.
In Nederland zien we voorbeelden van de invloed van deze antigenderbewegingen, zoals bij de discussie rondom de transgenderwet, die bedoeld is om de juridische wijziging van geslacht eenvoudiger te maken. In het debat hierover wordt gezegd dat deze wet vrouwen die geen transgender zijn, in gevaar zou brengen terwijl dit aantoonbaar onjuist is. Ook in hetzes tegen seksuele en relationele vormingen op scholen verspreiden deze antigenderbewegingen desinformatie.
Tips voor professionals
Professionals in het onderwijs en het sociaal domein kunnen een rol spelen in het tegengaan van complottheorieën. Vijf tips voor professionals in het sociaal domein of in het onderwijs zijn:
Benoem wanneer je een anti-lhbtiqa+ complottheorie ziet of hoort, dat dit een complottheorie is en dus onzinnig. Wetenschappers noemen dit ook wel ‘debunken’.
Leg uit waarom zo’n complottheorie schadelijk is (bijvoorbeeld omdat het de rechten van lhbtiqa+ mensen ter discussie stelt of hen afschildert als ‘gevaarlijk’).
Leer leerlingen, bewoners, cliënten en anderen om zelf complottheorieën te herkennen, zodat ze hier ‘weerbaarder’ tegen worden. ‘Prebunken’ noemen wetenschappers dit ook wel. Het betekent mensen weerbaarder te maken tegen deze desinformatie door hen de vaardigheden te leren om complottheorieën te herkennen.
Verspreid zelf verder geen complottheorieën.
Zet in op het verminderen van vooroordelen naar lhbtiqa+ personen, bijvoorbeeld door films of theater te laten zien met lhbtiqa+ personen waarin mensen zich kunnen inleven. En door een sterke sociale norm te stellen tegen lhbtiqa+ discriminatie: laat zien dat veel mensen het afkeuren en dat het niet door de beugel kan. Verbind het ook aan andere vormen van discriminatie, zoals racisme, seksisme en validisme (discriminatie van mensen met een beperking).
Veilige sfeer
Professionals uit het sociaal domein en het onderwijs maken dankbaar gebruik van de adviezen van Movisie. Zoals Ursela van Dijk van SchoolsOUT, een samenwerkingsverband van GGD Gelderland-Zuid, de gemeente en alle scholen in Nijmegen, COC regio Nijmegen, Dito en de kinderopvang.
‘Voor kinderen en jongeren is het ontzettend belangrijk om te kunnen ontdekken wie ze zijn en te experimenteren. Juist ook in de ontmoeting met anderen. Scholen horen bij uitstek een safe space te zijn om in een veilige sfeer je identiteit te ontwikkelen, je mening te vormen, bij te schaven en soms iets nieuws te proberen. Zo krijgen leerlingen de ruimte om zichzelf te worden en te zijn.
Het artikel over complottheorieën beschrijft heel helder de huidige maatschappelijke ontwikkelingen waar jonge mensen volop mee te maken hebben. Movisie bundelt allerlei wetenschappelijke kennis, waar concrete tips aan worden toegevoegd om in de klas mee aan de slag te gaan. Ik heb het artikel dan ook gelijk gedeeld met al onze partners. Samen met scholen maken we leerlingen hiermee weerbaar tegen allerlei desinformatie en complottheorieën.’
Betrouwbare bron
Freek Janssens van COC Nederland verwijst regelmatig door naar Movisies Q&A over anti-lhbtiqa+ complottheorieën, omdat deze volgens hem wetenschappelijk onderbouwd, toegankelijk en toepasbaar zijn.
Janssens: ‘Movisie geldt voor ons als een betrouwbare bron voor dit soort expertise en het is ook heel waardevol dat Q&A's als deze aansluiten en voortbouwen op eerdere publicaties, zoals de do’s en don’ts om discriminatie en vooroordelen te voorkomen - óók zo'n handige tool die mij heeft geholpen in het opstellen van lesbrieven en handreikingen aan onderwijsprofessionals.’
Onbegrip, onwetendheid en angst
Tuyet Stooker is duo-voorzitter van Colored Qollective, een organisatie voor en door mensen van kleur die ook lhbtiqa+ zijn. ‘Uit de kennis van Movisie blijkt niet alleen hoeveel onbegrip en onwetendheid er is, maar ook hoeveel angst er leeft voor mensen zoals ik en anderen bij Colored Qollective. Gelukkig richt Colored Qollective zich vooral op het bieden van hulp omtrent (mentaal) welzijn binnen onze eigen gemeenschap.
Als duo-voorzitter en trainer diversiteit en inclusie spreek ik vaak met mensen buiten onze gemeenschap. Ik stel mezelf met trots voor als een lhbtiqa+ persoon van kleur, maar vooral als een mens met vrienden, familie en alledaagse eigenaardigheden zoals mijn afkeer van de afwas en mijn liefde voor stamppot boerenkool. Met al dat alledaagse laat ik zien dat wij meer op elkaar lijken.’
‘Met Movisies kennis kan ik tijdens deze gesprekken extra aandacht besteden aan wat complottheorieën persoonlijk met mij doen. Mijn verdriet hierover verbind ik met andere minderheidsgroepen waarmee ik solidair ben. Zo zijn mensen vaak verbaasd dat ik solidair ben met de moslimgemeenschap, en ik leg dan uit dat niet alle moslims hetzelfde denken over lhbtiqa+’ers net zoals christenen en joden. En ongeacht je achtergrond, mijn solidariteit overstijgt haat: ik kan naast je staan, ook al accepteer je mij niet.’
Minder veilig en eenzaam
Esther van der Steeg is consulent seksuele gezondheid NVVS bij Bureau Seksuele Gezondheid Amersfoort. Ze geeft regelmatig workshops over seksuele integriteit op school en vooral over gelijke kansen, gewenste en ongewenste omgangsvormen ten aanzien van seksualiteit en gender.
Op de vraag wat ze concreet met deze kennis van Movisie kan in haar werk en wat het belang is van deze kennis, antwoordt ze: ‘Op sommige scholen ervaren sommige docenten ‘gendermoeheid’ en soms is er bewust geen GSA (Gender and Sexuality Alliance: een groep scholieren die vindt dat iedereen op school de vrijheid heeft te kunnen zijn wie ze zijn zonder zich daarvoor te hoeven schamen of te verantwoorden, red.) en Paarse Vrijdag vanuit het perspectief ‘respect voor iedereen, niemand uitgezonderd’.
‘Ik probeer de stille meerderheid onder docenten aan het woord te laten’
Dat klinkt heel nobel, maar we weten dat lhbtiqa+ leerlingen op scholen zonder GSA en positieve aandacht voor seksuele en genderdiversiteit zich minder veilig en eenzamer voelen.’
Empathisch gesprek
Van der Steeg: ‘De kennis over complottheorieën over genderideologie doet me beseffen dat er krachten spelen die polarisatie aanmoedigen en lhbtiqa+ personen telkens als ‘de ander’ en ‘de gevaarlijke ander’ benoemen. Tijdens mijn workshops probeer ik de stille meerderheid onder docenten, die vaak heel genuanceerd denken over seksuele en genderdiversiteit, aan het woord te laten. Hierdoor vindt een empathisch gesprek plaats tussen collega's. Dat is waardevol, want deze stemmen verzachten het gesprek, brengen de menselijke maat weer terug en zijn het tegengif bij polarisatie.’