Deze aanpak vraagt beleidsmatig het nodige van organisaties: zij moeten hun opleidingsprogramma’s hierop afstemmen en de vaardigheid van hun teams als voorlopers verder ontwikkelen, zegt Bulsink. ‘Dat is een uitdaging, want we zijn gepokt en gemazeld in het zorgen voor mensen. Het vraagt beleidsmatig lef en ondersteuning om ervoor te zorgen dat medewerkers in deze nieuwe manier van werken met inwoners het gesprek aan kunnen gaan. Daarbij wil je bij medewerkers een vlammetje aanwakkeren. Het aantal ouderen groeit en het aantal werkenden daalt, dus er is schaarste. Zorgprofessionals moeten dus bewuster omgaan met hun tijd, en wij geloven dat dít de manier is om – met behoud van zingeving voor de inwoner – juist die mensen te blijven ondersteunen die ons niet kunnen missen.’
Omdenken
Karin van Milligen, moeder van zes en oma van twee kleintjes, werkt een jaar of veertien in de thuiszorg bij RST Zorgverleners. Werken volgens het reablement-gedachtegoed is een kwestie van avonturieren, zegt ze, iets wat tijd kost om te implementeren. ‘De eerste training was onze manager mij ontzettend aan het betuttelen. Ze pakte m’n jas, vroeg of ik wel lekker zat, haalde koffie en goot het zowat in m’n mond, tot ik er niet goed van werd. Toen zei ze: 'Dat is precies wat je al gauw bij cliënten doet'. Wat ik vooral aan de training heb overgehouden, is leren omdenken. Niet doen wat je zelf denkt wat goed is, wat wel mijn eerste neiging is. Ik moet mezelf eerst afvragen: wil de cliënt dit wel, en is dit het beste voor hem of haar? Ik moet de cliënt meer zelf laten nadenken.'
Van Milligen vervolgt: 'Laatst ging ik nog de mist in. Ik vroeg een mevrouw van 93 wat ze vroeger graag deed. Koken, zei ze, maar ze kon niet meer lang staan. Dus ik dacht meteen: zij heeft een hoge kruk op wieltjes nodig. Ik zei dat niet hardop – zover ben ik al wel. Vervolgens zei ze dat haar dochters zo’n kruk hadden geopperd, maar dat ze niet goed tegen verandering kon. ‘Ik zal het er eens met uw dochters over hebben', zei ik, en dáár maakte ik een fout. Die dochters gingen gelijk een kruk regelen, maar achteraf bleek deze mevrouw de huidige situatie wel best te vinden. Ik had moeten vragen: ‘Wat wilt u zelf? Wílt u wel zo’n kruk?’'
‘We waren op een avond van Welzijn, om kennis op te doen over hun aangeboden diensten. Ik ben van plan om alle partijen los van elkaar eens bij ons uit te nodigen. Welzijn heeft bijvoorbeeld de PlusBus die elke dag op pad gaat. Dat zou voor een cliënt van ons die er veel vaker op uit wil geweldig zijn! Dan moet ik dus níet zeggen: ‘Ik heb wat leuks voor u’, maar: ‘Heeft u hier misschien behoefte aan?’’
Tekst: Wilfred Hermans
Beeld: 123RF