spacer

WerKplaatsen sociaal domein
Design thinking in Breda

Ontwerpen voor morgen

Hoe ontwerp je technologie die niet vóór maar mét mensen werkt? En hoe geef je studenten de kans om met hun creativiteit daadwerkelijk bij te dragen aan een inclusievere samenleving? Binnen het project (t)huis van de toekomst bij het Centre of Expertise Perspectief in Gezondheid van Avans Hogeschool wordt op vernieuwende wijze gezocht naar antwoorden op deze vragen. Allemaal met als doel dat mensen met dementie langer thuis kunnen wonen met behoud van eigen regie.

Maartje Vermeer en Katie Verschueren, onderzoekers bij Avans, werken vanuit inspirerende principes van Design Thinking en ontwerpend onderzoek. Design Thinking begint met het begrijpen van de behoeften van de persoon met dementie door goed te luisteren en te observeren (empathize). Vervolgens formuleer je het vraagstuk vanuit het perspectief van de persoon met dementie (define). Daarna bedenk je zoveel mogelijk ideeën om het vraagstuk op creatieve manieren aan te pakken (ideate). Die ideeën werk je uit in tastbare prototypes (prototype). Tot slot evalueer je de prototypes met echte gebruikers, leer je van hun feedback en verbeter je het ontwerp stap voor stap (test).   

De ontwerpaanpak krijgt verdieping door twee treffende onderzoeksmethoden: (1) Een combinatie van Day in the Life en Value Mapping,  en (2) Spatial Mapping, welke door de onderzoekers op een creatieve manier zijn vormgegeven. Daarbij staat telkens de leefwereld van mensen met dementie en hun mantelzorgers centraal. De onderzoekers bezoeken mensen met dementie en hun mantelzorgers thuis en brengen samen in kaart hoe de dag verloopt en welke slimme oplossingen al worden gebruikt. De inzichten uit deze gesprekken vormen de basis voor co-creatie: negentig studenten Communicatie & Multimedia Design gingen ermee aan de slag en ontwikkelden in zeven weken tijd hun eigen technologische prototypes. De onderzoekers reflecteren samen met professionals, mensen met dementie en mantelzorgers op deze ontwerpen en nemen de opbrengsten mee in hun verdere analyse. Tegelijkertijd wordt er vier keer per jaar een dementiepanel georganiseerd, waarin studenten, onderzoekers en mensen met dementie samenkomen. Niet praten over, maar met mensen met dementie is het uitgangspunt. Zo blijft de persoon om wie het gaat steeds leidend in het ontwerp- én leerproces.

Aansprekende methoden

Het onderzoek startte met een bezoek bij mensen thuis, waar iemand met dementie samen met een mantelzorger woont. Om goed zicht te krijgen op hun dagelijks leven, gebruikten de onderzoekers twee methoden:(1) Day in the Life en Value Mapping,  en (2) Spatial Mapping.

Welke methode je ook kiest, steeds vormt de persoonlijke benadering het fundament van de aanpak. ‘We namen echt de tijd, steeds zeker 2 uur voor een bezoek. We namen een doosje Mercimee om te bedanken. En later stuurden we nog een kaartje of belden even’, licht Vermeer toe. ‘Ook hebben we ze met een handgeschreven kaartje uitgenodigd voor de expositie.’ En dat wordt gewaardeerd door de deelnemers ‘Mensen zijn heel open, wilden graag meedoen aan het onderzoek. Ze waarderden het bezoek en een luisterend oor echt’, vult Verschueren aan.

Bij de eerste ontmoeting staat de dagindeling centraal. Wat doet de persoon met dementie in de ochtend, middag en avond? Met behulp van visuele kaartjes wordt in kaart gebracht welke activiteiten mensen zelf doen, welke ze niet (meer) zelf doen maar wel graag zouden willen, en welke ze niet zelf doen en dat ook prima vinden. Vooral die middelste categorie – wat men graag zelf zou willen doen maar niet (meer) kan – is het meest interessant voor de te maken ontwerpen, want daar zit de wensen van de mensen met dementie.

Zo kwamen praktische wensen naar voren: ondersteuning bij de dagstructuur, zichzelf kunnen aankleden, en zorgen voor een vaste plek voor de spullen. Het gaat niet over grote of ogenschijnlijk ingewikkelde activiteiten, maar juist over het alledaagse en menselijke. ‘Je denkt dan ineens: dit zijn helemaal geen ingewikkelde vragen. Dit zijn dingen die we allemaal belangrijk vinden’, licht Vermeer toe.

Bij het tweede bezoek kregen de onderzoekers een rondleiding door het huis. Ze onderzochten samen met de bewoners welke oplossingen mensen al zelf hadden bedacht. Denk aan een kookwekker die overal mee naartoe gaat – bij het piepen zijn de broodjes klaar – of sleutels die standaard naast de deur liggen. Kleine oplossingen, vaak niet bewust ontworpen, maar wel effectief. Deze vondsten werden vastgelegd met polaroids en gerubriceerd per ruimte

 Maartje Vermaat en Katie Verschueren vertellen over de gebruikte methoden

Het dementiepanel

Een ander waardevol element in het project is het dementiepanel. Vier keer per jaar wordt een panelbijeenkomst georganiseerd waarin mensen met dementie, mantelzorgers en zorgprofessionals centraal staan. Studenten leren om met hen in gesprek te gaan.

Zo'n bijeenkomst is voor studenten een sensitiverende ervaring – ze leren luisteren, vragen stellen en hun aannames loslaten. En voor de mensen met dementie is het een moment van herkenning en ontmoeting. Soms wordt een praktische boodschap gedeeld. Een man liet een tasje zien dat hij om zijn nek droeg, met belangrijke spullen erin. ‘Daar kan je iets van leren, zo raak ik niets kwijt’, vertelde hij. Zo’n opmerking blijft hangen. Het is geen theorie, maar directe ervaringskennis.

De studenten waren zich heel bewust van hoe belangrijk het is om met zorg en respect contact te maken. ‘Ze kwamen met allemaal vragen. Welke kleding trek je aan? Welke taal gebruik je?’, licht Vermeer toe. En deze ontmoetingen hebben impact, de studenten zelf werden geraakt. Sommigen vroegen na afloop of ze vrijwilligerswerk mochten gaan doen in een woonzorgcentrum. Twee van hen zijn inmiddels actief. Dat zegt iets over de kracht van echt contact, van betekenisvol werken aan iets wat ertoe doet.

Mensen zijn heel open, wilden graag meedoen aan het onderzoek. Ze waarderen het bezoek en een luisterend oor echt.
Katie Verschueren, over reacties van deelnemers

Een veelzijdige expositie

Met alle informatie die verzameld is tijdens het onderzoek kregen een kleine negentig studenten Communicatie & Multimedia Design van Avans Hogeschool de opdracht om een prototype te maken. In kleine groepjes werkten ze zeven weken lang aan technologie waardoor mensen met dementie langer zelfstandig thuis kunnen wonen en eigen regie bevorderd. De opbrengsten waren verrassend en creatief.

De ontwerpen kregen namen als de Sleutelbos Kabouter: een systeem dat helpt sleutels op een vaste plek te bewaren. De voordeur staat in verbinding met een armbandje. Bij binnenkomst volgt een signaal om de sleutels op te hangen op de vaste, zichtbare plek. En bij vertrek volgt een signaal om te herinneren de sleutels ook mee te nemen. Een ander voorbeeld is de Tassistent. Precies wat de naam zegt: een assistent bij de tas. Pak je je portemonnee uit de tas, dan gaat een lampje branden. Dat gaat pas weer uit als de portemonnee weer terug gestopt wordt. Of neem Reflecta: terwijl je naar de spiegel kijkt, word je in korte instructies begeleid in het aantrekken van een jas. Gaat het te snel? Dan doe je een stapje naar achter en volgt een pauze. De meeste prototypes maakten gebruik van visuele of auditieve signalen. Ze boden structuur op een manier die aansluit bij het dagelijks leven van mensen. Elk ontwerp werd toegelicht door de studenten en ieder groepje had twee posters gemaakt: één over het product en één over het ontwerpproces.

De expositie begon met een vrije rondgang, waarin bezoekers zelf hun weg vonden langs posters en presentaties. Daarna kozen Vermeer en Katie Verschueren samen met twee docenten van de opleiding vijf prototypen voor een verdiepende presentatie aan een kleine groep, waaronder de mensen met dementie, hun mantelzorgers en leden van een cliëntenraad van Surplus, en mensen van Alzheimer Nederland. Verschueren blikt tevreden terug: ‘Het was een ontzettend inspirerende middag. De studenten hebben zeven weken lang hard gewerkt om tijdens de expo hun eindresultaat te pitchen en te laten ervaren. Niet alleen wij waren enthousiast, maar ook de andere aanwezigen waren enthousiast over alles wat de studenten hadden gemaakt’ Volgens haar zagen aanwezigen zelfs mogelijkheden om enkele prototypen ook in woonzorgcentra in te zetten – niet alleen als steun voor mantelzorgers, maar ook voor zorgprofessionals.

90 studenten tonen hun prototype op de expositie.

Drie elementen die het verschil maken

Wat maakt  (t)huis van de toekomst nou zo’n inspirerend project? Allereerst is er de diepe betrokkenheid bij de mensen om wie het gaat. Doordat Vermeer en Verschueren steeds weer persoonlijk contact te zoeken – met aandacht, met tijd, met oprechte nieuwsgierigheid – ontstaat er een relatie die meer oplevert dan onderzoeksdata: het levert vertrouwen, openheid en een gezamenlijke zoektocht op waar alle partijen baat bij hebben. Juist dat maakt dat deelnemers zich blijven verbinden en de onderzoekers niet botsen op de bekende 'onderzoeksmoeheid'.

De tweede kracht schuilt in het ontwerpend onderzoeken zelf. De combinatie van empathie, analyse, creatie en testen biedt ruimte voor experiment én houvast. Design Thinking helpt om vanuit echte ervaringen tot oplossingen te komen die ertoe doen, hoe klein of eenvoudig die ook lijken.

En tot slot zijn er de studenten. Hun frisse blik leidt tot originele ideeën en hun ontmoetingen met mensen met dementie zorgen voor een blijvende indruk. Sommigen besluiten zich verder in te zetten, anderen nemen de ervaring mee in hun verdere loopbaan. Wat blijft, is het inzicht dat technologie pas echt toekomstbestendig is als je samen ontwerpt. Met hoofd, hart én handen.

Inspiratie

Verschueren en Vermeer hebben voor geïnteresseerden een aantal tips:

Wil je in contact komen met de onderzoekers? Neem dan contact op via: mjcm.vermeer@avans .nl of k.verschueren@avans.nl