Illustratie bewoners gesprekken

WerKplaatsen sociaal domein
Collectieve bijeenkomsten in Afferden

Een dorp in gesprek

In Afferden organiseren bewoners collectieve gesprekken over hun toekomst en ouder worden. Gemotiveerd vanuit eigen zorgen én verbondenheid. Brigitta den Boer en Marij Bontemps vertellen hoe ze dat aanpakken, samen met studenten, een praatplaat en vooral: persoonlijk langs gaan bij buurtgenoten.

In het Limburgse dorp Afferden wordt al ruim tien jaar gewerkt aan zorgzame gemeenschappen. Het begon als een werkgroep binnen de dorpsraad en gestaag groeide  dit uit tot het burgerinitiatief Afferden Samen Beter. Brigitta den Boer: ‘We zagen dat er grote veranderingen aankwamen in zorg en welzijn en vroegen ons af: wat betekent dat voor ons dorp?’ De dubbele vergrijzing, kleinere families en afnemende voorzieningen vroegen om actie. Met steun van de HAN en het project Krachtige Kernen werd in kaart gebracht wat er leefde. ‘Een van de dingen die we toen gebruikten was een doorgeefdagboek. Daarmee haalden we 140 concrete ideeën op uit het dorp’, vertelt Den Boer.

Ook het contact met studenten van de HAN groeide geleidelijk uit tot een duurzame samenwerking. In het kader van praktijkinnovatie Zorg en Welzijn voerden vierdejaars studenten meerdere onderzoeken uit in Afferden. Ze observeerden bijeenkomsten, interviewden bewoners en brachten behoeften en ervaringen in kaart. Door deze koppeling tussen praktijk en opleiding ontstond er wederzijds begrip en verrijking. Bontemps: ‘Het is een mooie manier om als dorp te leren en tegelijk studenten een echte praktijkervaring te bieden.’

De Eindpresentatie door HAN studenten Project Buurtcirkels Afferden

De Eindpresentatie door HAN studenten, Project Buurtcirkels Afferden

Gesprekken op maat

Diezelfde behoefte aan verbinding en voorbereiding lag ook aan de basis van drie collectieve buurtbijeenkomsten die Afferden Samen Beter organiseerde. Daarbij gebruikten ze het draaiboek dat het leeratelier Veerkrachtig Ouder Worden (HAN) ontwikkelde. Marij Bontemps: ‘We zijn het gewoon gaan doen. Maar dan wel op zó’n manier dat het past bij de mensen in het dorp. Samen met buurtcontactpersonen pasten we de uitnodigingen aan per buurt en gingen we langs de deuren.’

Elke bijeenkomst vond plaats in een vertrouwde ontmoetingsruimte, dicht bij huis. Er kwamen telkens zo’n 25 mensen op af. Deelnemers werden verwelkomd met koffie, thee en vlaai. Daarna volgde een korte inleiding over het doel van de bijeenkomst en het probleem van ouder worden en je veranderde behoeften, en gingen mensen in kleine groepen met elkaar in gesprek. Studenten van de HAN observeerden de gesprekken en vroegen na afloop of deelnemers geïnterviewd wilden worden. De avonden duurden maximaal twee uur. ‘We wilden het licht houden en zorgen dat iedereen iets kon zeggen’, aldus Den Boer.

‘We wilden het licht houden en zorgen dat iedereen iets kon zeggen’

Wat mensen delen

Bij het gesprek werd een praatplaat gebruikt met vier eenvoudige vragen: wat speelt er in de buurt? Waar heb je behoefte aan? Waar kun je anderen mee helpen? En wat is er nodig om prettig in je buurt te blijven wonen? Daarmee ontstond vanzelf een open gesprek. Sommige bewoners vertelden dat ze zich zorgen maakten over later. Anderen gaven aan dat ze nu al af en toe een buur in de gaten houden. Bontemps: ‘Wat me verraste was hoeveel mensen al naar elkaar omkijken, ook al leven we in een tijd waarin iedereen veel meer op zichzelf is.’

De Praatplaat Project Buurtcirkels Afferden

Toch bleken er ook belemmeringen. Mensen gaven aan dat ze hulp willen geven, maar niet vast willen zitten aan verplichtingen. ‘Stel dat jij een auto hebt waar iemand met een rolstoel in past. Dan wil je best af en toe rijden, maar niet elke vrijdagmiddag vast’, legt Bontemps uit. Ook het vragen om hulp bleek een drempel. Schaamte, trots en het idee niemand tot last te willen zijn speelden daarbij een rol.

In de bijeenkomsten werd daarom nadrukkelijk gezocht naar vormen die vanzelfsprekend en licht voelen. Een maatje om mee te wandelen, samen naar een activiteit of iemand die af en toe helpt met het wegzetten van de vuilnis of een boodschap. Vaak kwam de behoefte van beide kanten: er waren zowel mensen die iets wilden ontvangen als mensen die iets wilden doen. En hoewel sommige deelnemers al goed ingebed waren in hun buurt, bleek dat anderen juist een steuntje in de rug nodig hadden om zich meer verbonden te voelen.

Wat me verraste was hoeveel mensen al naar elkaar omkijken

Samen verder

Bij de uitwisseling aan het einde van de avond werd vaak genoemd dat mensen meer wilden weten over de rol van een dorpsondersteuner. Afferden Samen Beter organiseerde daarop een vervolgavond waarin een dorpsondersteuner uit een ander dorp vertelde over haar werk. Tussen de eerste bijeenkomst en deze themabijeenkomst in zaten enkele maanden. Daartussen presenteerden de studenten hun rapportage. In alle drie de buurten werd zo een serie van drie contactmomenten georganiseerd.

Bontemps: ‘Die dorpsondersteuner is belangrijk, maar je moet ook eerlijk zijn: het is wel weer iemand buiten jezelf. We stelden daarom ook de vraag: wat kun je zelf betekenen voor je buurt?’ In de gesprekken klonk vaak dat mensen iets wilden doen, mits het paste bij hun leven en mogelijkheden. Het idee van voorzorgcirkels, waarbij mensen uit een buurt zelf hun inzet aangeven bij een verbinder, bleek aantrekkelijk. Zo ontstaat geleidelijk een fijnmazig netwerk, zonder dat iemand overvraagd wordt.

Ook gezamenlijke activiteiten werden genoemd. Van nieuwjaarsbijeenkomsten en zomerbarbecues tot een burendag of een spelletjesavond: ontmoetingen waar geen hulpvraag centraal staat, maar waar vanzelf verbinding kan ontstaan. Het zijn kleine stappen met grote waarde voor het sociale weefsel.

Een goede gespreksleider is daarbij essentieel. Den Boer: ‘Je moet veel ruimte laten en tegelijk zorgen dat iedereen aan bod komt. En als iemand doorslaat in kritiek op de gemeente, dan moet je dat kunnen afkappen. Het gaat hier om wat we samen kunnen doen.’

Zo wordt een bijeenkomst van waarde

  1. Maak het persoonlijk. Nodig mensen persoonlijk uit, ga langs de deuren.
  2. Werk ook met beelden. Een praatplaat of kaarten maakt het gesprek toegankelijk.
  3. Laat ruimte voor nuance. Niet iedereen praat makkelijk in een groep. Zorg voor veiligheid, ook na afloop.

In beweging

De avonden lieten ook zien hoe verschillend mensen in het gesprek staan. Sommige deelnemers kwamen om oplossingen te horen. Ze zaten erbij, luisterden aandachtig, maar wilden geen vervolg. Andere bewoners begonnen terughoudend, maar bleken achteraf enthousiast. ‘We gunnen iedereen zijn eigen tempo’, zegt Den Boer. ‘Soms komt het echte verhaal pas naar buiten om de tafel, in het informele deel van de avond.’

Wat ook meespeelde was het tijdstip. Avonden waren niet voor iedereen geschikt. ‘Sommige oudere mensen gaan na vijf uur de deur niet meer uit. Terwijl anderen overdag niet kunnen vanwege werk. Dat blijft een spagaat.’ Toch bleek de aanpak in het dorp goed te werken. Juist de combinatie van maatwerk, persoonlijk contact en buurtgerichtheid zorgde voor betrokkenheid.

Bontemps: ‘Je merkt hoe waardevol het is om het gesprek aan te gaan. Niet alleen over zorg, maar ook over het leven in de buurt. Wat hebben we nodig, nu en straks?’

De bijeenkomsten hebben geleid tot nieuwe inzichten, contacten en plannen. Het is geen blauwdruk, benadrukken Den Boer en Bontemps. ‘Het werkt hier omdat we al lang aan de weg timmeren. In een wijk waar nog weinig gebeurt, moet je misschien eerst iets anders doen. Dit is een goede vorm als je al in beweging bent.’

De ervaring in Afferden laat zien dat collectieve bijeenkomsten niet zwaar of ingewikkeld hoeven te zijn. Ze geven ruimte aan gesprekken die anders niet gevoerd worden, bieden structuur zonder veel te sturen, en versterken het gevoel van: we zorgen voor elkaar.

Wil je meer informatie?

Frank Verbeek en Paul Zeeders van de HAN zijn als onderzoekers en begeleiders betrokken bij dit traject. Zij ontwikkelden ook het draaiboek voor het organiseren van collectieve bijeenkomsten: een praktisch en toegankelijk hulpmiddel vol tips, voorbeelden en werkvormen voor wie met buurtgesprekken aan de slag wil.

Kijk voor meer informatie op de website. En voor vragen kan je contact opnemen met: Frank Verbeek of Paul Zeeders.